Fraser Island - dag 1 - Reisverslag uit Sydney, Australië van Familie Zandhuis - WaarBenJij.nu Fraser Island - dag 1 - Reisverslag uit Sydney, Australië van Familie Zandhuis - WaarBenJij.nu

Fraser Island - dag 1

Door: familiezandhuis

Blijf op de hoogte en volg

26 Juli 2010 | Australië, Sydney

Alle drie zijn we al wakker voordat de wekker gaat rinkelen. Om ons heen is het rustig in de campers en cabins. Alles is nog in diepe rust. Alleen de vroege vogels zingen en fluiten het hoogste lied. Een fraaie kakofonie van vogelgeluiden. De tassen hadden we gisternacht al ingepakt. Nog even ontbijten en dan de camper buiten de camping parkeren. Tja het is wel een diesel dus we komen niet geruisloos weg van onze plek. Zachtjes ronkend verlaten we de camping en parkeren we de camper net buiten de poort. We zijn nog bezig wanneer de bus al bij de pick-up plaats verschijnt. Het is 10 voor half acht.

De chauffeur controleert de vouchers en we kunnen plaats nemen. We gaan langs een aantal campings en halen andere deelnemers van deze excursie op. Allemaal anders gekleed en verschillend bepakt. Van Hervey Bay rijden we naar River Heads. Tegen half negen varen we met de Fraser Venture veerboot in ongeveer 40 minuten naar Fraser Islands. De waterspiegel staat zo hoog dat de bomen bijna tot aan de kruin in het water staan. Ook de borden met de groene vierkante vorm, die de vaargeul naar de aanlegplaats markeren, verdwijnen bijna onder water. Het is nog vloed.

Op Fraser Island worden we bij de “barge” in groepen verdeeld. Wij gaan in bus 102 met chauffeur Jon Willert de 2 daagse tour doen. De tourbussen zijn speciaal aan het eiland aangepaste bussen van het merk MAN. Het zijn heuse 4WD bussen met grote banden en supervering. Dat zullen we nodig hebben blijkt al gauw. We bemachtigen plaatsen op de 1e rij en hebben goed uitzicht naar voren. Binnen een paar tel beseffen we dat we dit niet met een rit met een stadsbus of touringcar kunnen vergelijken. Met een snelheid van 30 à 40 km per uur racen we over hobbelige zandwegen die soms nauwelijks breder zijn dan de bus. De wegen kronkelen en slingeren tussen forse bomen en hebben vaak steile hellingen. De kuilen in de weg zijn soms wel een halve meter diep en zitten in een zeer wisselend patroon zowel in het linker als het rechter bandenspoor, die er door eerdere ritten in zijn gereden. De bus schommelt wild van links naar rechts en stuitert soms over de weg. Advies is niet te dicht met je hoofd bij de ramen te zitten!!!. Een ferme zwieper en je slaat met je hoofd tegen de ruit. De stoel van Jon heeft een zware vering. Hij blijft ontspannen in zijn stoel zitten en zijn linker arm gaat soepel met de beweging mee. Hij is er druk mee de wagen gecontroleerd in beweging te houden. Voortdurend moet er worden geschakeld en bijgestuurd. We zien al snel dat hij een ervaren chauffeur is die niet alleen de bus technisch in bedwang kan houden maar ook in staat is tegelijkertijd als een entertainer de passagiers op vermakelijke wijze te informeren over de reis en de bijzonderheden van het eiland. De bussen die op de zandwegen rijden kunnen zich beter voortbewegen dan de 4WD auto’s, die veel lichter zijn. Toch voelt het soms of de bus in hobbelige bochten driftend en glijdend in het mulle zand voortbeweegt.

De eerste stop is bij “Central Station”. Vanaf die plaats beginnen we aan een wandeling langs Wanggoolba Creek. Deze kreek loopt door het regenwoud dat op dit eiland aanwezig is. Het water is glashelder. We horen van Jon dat op het eiland het op één na zuiverste ”fresh water” (zoet water) ter wereld aanwezig is. Het eiland is geheel van zand, dat als een fantastisch filter werkt, en heeft een voorraad van naar schatting 10 miljoen megaliter (1 megaliter = 1 miljoen liter). Dat is dus 10 biljoen (10.000.000.000.000) liter. Deze voorraadvorming wordt veroorzaakt door enerzijds de harde onderlaag van “coffee rock”, die tot 5 kilometer in de oceaan door loopt en de anderzijds de grote druk die de omringende oceaan uitoefent op het zandeiland. “Coffee rock” is het resultaat van vegetatie die door druk en tijd is omgevormd tot een harde rotsachtige steen. Door de druk van de oceaan zie je op veel plekken op het eiland dat het zoet water door het zand omhoog wordt gedrukt en ontstaan er natte plekken. Door openingen in de duinen stroomt het zoet water via zogenaamde “creeks” terug in de oceaan. “Eli Creek” is één van de grotere stromen. Per jaar stroomt er 4,2 miljoen liter zoet water in de oceaan.

Na de wandeling nuttigen we onze lunch in Eurong Beach Resort, waar we vanavond ook gaan overnachten. Maar eerst nog het middagprogramma. Vanaf het resort rijden we direct de snelweg op. De “75-mile Beach” wordt als zodanig gebruikt. Met een maximum snelheid van 80 km per uur rijden 4WD bussen en 4WD auto’s in noordelijke en zuidelijke richting. De chauffeurs houden in het algemeen de linkerbaan aan als rijstrook. Op speciale plekken kunnen er ook toeristen rondlopen op de “snelweg”. Bovendien wordt deze strandweg ook als start- en landingsbaan gebruikt door 2 kleine vliegtuigen. Een fantastisch gezicht zoveel voertuigen te zien rijden met links een duinenrij en rechts de onstuimige branding van een oceaan. Althans bij een rijrichting naar het Noorden.

We stoppen bij 2 sportvliegtuigen van Air Fraser. Mensen kunnen een rondvlucht maken van ongeveer 15 minuten boven een groot deel van het eiland. Ze worden dan iets verder op het strand weer neergezet om verder te gaan met de bus. Er zijn veel belangstellenden in onze groep en wij kunnen niet meer mee. De volgende stop is bij “Coloured Sands”. Hier zien we een door de natuur zelf gecreëerde zandsculptuur met volgens Jon 32 kleuren zand. Ik heb het niet nageteld maar het zag er wel erg mooi uit. Ook een prima locatie voor een paar portretfoto’s. De kleurcombinatie onscherp op de achtergrond geeft een bijzonder effect op de foto’s.

De 2 vliegtuigen landen vlak naast onze bus en de piloten hebben besloten nog een extra vlucht te willen maken. Yess !! Dat is onze kans. Er zijn er nu nog 8 en dat is één teveel voor één vliegtuig dus we gaan in 2 groepen van 4 met beide vliegtuigen. De incheck- en boardingprocedure is hier een kwestie van een paar minuten. Op onze intercontinentale vluchten duurde dat 3 à 4 uur. De piloot veegt met een stoffer het zand onder onze zolen weg en we stappen in. Snel plaats nemen, gordels om, onze namen op een passagierslijst invullen. De piloot vraagt of we “ready to go” zijn. Yes!! Nog voordat we zijn uitgesproken geeft hij al vol gas en rijden we met hoge snelheid over het strand parallel met de branding. Ruw geschat stijgen we na een 100 meter al op en maken we een scherpe bocht naar links en krijgen een prachtig uitzicht op de golven en de branding onder ons. Even later draaien we scherp naar rechts met een dito uitzicht op strand, duinen en de vele kreken en meren. De panorama’s zijn adembenemend. Het is zonnig weer en helder. De vele kleurschakeringen van het regenwoud, de zandduinen en de meren doen ons telkens weer verbazen. Met onze foto- en videocamera’s leggen we veel hiervan vast. We zien de meren “Lake Wabby” en “Lake McKenzie”, die we morgen gaan bezoeken, en ook een zogenaamd “hidden lake” dat, vanwege de vorm die vanuit de lucht duidelijk te zien is, “butterfly lake” wordt genoemd. Onze vliegtocht duurt maar een kwartier en is eigenlijk veel te snel voorbij. De daling voor de landing op het strand is steil en het lijkt of we naar beneden duiken. Heel behendig en met veel gevoel zet de piloot het vliegtuig op het strand. Iets bijremmen we komen vlak achter het andere vliegtuig tot stilstand. Onze 4e medepassagier is bereid ons drieën samen met de piloot vóór het vliegtuig op de gevoelige plaat vast te leggen.
We voegen ons weer bij het gezelschap in de bus en we rijden verder noordwaarts naar “Indian Head”. Rechts en soms links inhalen en dan rustig manoeuvreren tussen brokken “coffee rock”. Jon rijdt volgens een strak schema en geeft ook aan dat we op tijd langs bepaalde punten op het strand moeten terug zijn vanwege de vloed. Na 20 minuten komen we aan bij Indian Head, een grote rotsformatie die steil uitrijst boven de oceaan. Jon stelt voor eerst nog een poging te wagen naar de “champagne pools”, die nog iets verder noordwaarts liggen, te rijden. Hij zet de bus in de juiste versnelling en neemt een aanloop om de steile duinweg met los zand op te rijden. Op afstand zien we al de diepe bandensporen van andere 4WD bussen en auto’s die dit al dan niet succesvol geprobeerd hebben. Vol gas en dan snel doorschakelend rijden we de zandweg op. De motor begint te brommen en de bus mindert langzaam vaart ondanks alle pogingen van Jon. Na 20 meter komen we tot stilstand. We zijn nog niet op een kwart van de af te leggen weg omhoog. Dat ziet er niet goed uit. We moeten terug. Jon waagt nog een tweede poging maar ook deze mislukt. Helaas. Uitstappen dan maar en we beginnen aan de beklimming van “Indian Head”. De eerste tientallen meters omhoog moeten we over gladde en natte rotsblokken van verschillende vorm en omvang. Goed opletten dus. Na de rotsformatie komen we op steile zand- en bospaden. Het laatste stuk naar de uiterste punt, die hoog boven de oceaan uitsteekt, moeten we weer over rotsachtige ondergrond. Het uitzicht vanaf dit punt is wel prachtig. We beginnen allemaal nauwgezet de horizon af te speuren naar walvissen. Die passeren de kust op dit punt in de periode van Juli tot September. We zien heel erg ver af en toe een waterfontein spuiten. Een teken van het uitblazen van adem (stoom) van een walvis. Met de telelenzen op de camera kunnen we foto’s maken van walvissen. Maar de afstand is te groot en we kunnen alleen delen van een staart of een vin terug zien op de foto’s. Iedereen is wel gefascineerd door dit panorama en het wordt een gezellige groepsmeeting boven op deze rots. Een klein vogeltje, ik weet helaas de naam nog niet, zit dichtbij op een tak. Bij gebrek aan een walvis besluit ik de vogel dan maar op de korrel te nemen. De vogel lijkt op een grote versie van een mees. Zwart verendek van boven, wit aan de onderzijde en een lange staart die voortdurend heen een weer “kwispelt”. Ik besluip de vogel om zo dichtbij mogelijk te komen en weet een paar close-ups te schieten. Dan vliegt hij weg omdat ik toch wel erg dicht ben genaderd.

Op de terugweg rijden we naar het “shipwreck Maheno”. Dit schip met een lengte van 133 meter is lang geleden gestrand en ligt nu te vergaan op het strand. Tijd voor een fotoshoot en een kleine wandeling. Nog één halte en wel bij “Eli Creek”. Via deze kreek vloeit een grote hoeveelheid zoetwater terug in de oceaan. Bij de monding van de kreek die door de duinen breekt, zien we ook 3 dingo’s lopen. Dat zijn wilde honden. Jon waarschuwt ons voorzichtig te zijn met de dingo’s want “they are wild animals en should be treated as such”. Geen onverwachte opvallende bewegingen maken of gaan schreeuwen, geen voedsel geven en in groepjes bij elkaar blijven. De dingo’s verstoppen zich bij het zien van zoveel mensen ineens in de struiken en we zien ze af en toe weglopen. Enkele mensen doorwaden de kreek vanaf een instappunt 30 meter landinwaarts en lopen dan zo terug naar het strand, de stroming van de kreek volgend. Eén jongedame let even niet op en stapt in een kuil in het water. Hupsakee tot aan het middel in het water. Hilariteit alom. Vanaf de kant is duidelijker te zien waar het ondiep is en waar diepere plekken zitten. Op weg terug naar de bus zien we de 3 dingo’s over het strand lopen dicht achter onze bus langs. Ik schat de route in die ze gaan volgen en stel me op een punt op waar ik ze hoop te kunnen fotograferen. Gelukkig zit mijn telelens er nog op. Ze doorwaden de kreek op een punt vlak voor me en ik kan ze nu fotograferen. Het duurt maar even en ze verdwijnen in de begroeiing op de duinen.

Het begint schemerig te worden en het effect van de vloed is duidelijk te zien aan het smaller geworden strand. Op een paar plekken waar we om “coffee rock” heen moeten, stopt Jon om op het juiste moment door het telkens aankomende water te rijden. Kwestie van timing : even wachten nog en dan gas op de plank. Het water komt al weer aanstromen maar we kunnen erdoor rijden en maken snel de bocht weer verder omhoog het strand op. Het is al bijna donker wanneer we voor ons resort worden afgezet. Iedereen krijgt een sleutel van een kamer en gaat op weg om de spullen weg te brengen. Aansluitend naar het restaurant voor het diner. De dag met de vele wandelingen en beklimmingen en de afsluitende maaltijd maakt dat we op tijd onder de wol gaan. Morgen staan bezoeken aan 2 meren op de agenda.

  • 28 Juli 2010 - 13:40

    Marian:

    weer een leuk verslag van Fraser Island.prachtige foto's,vooral die bij het vlindermeer,wat een mooi natuur verschijnsel.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Telegraph Cove, Canada;

Actief sinds 07 Juli 2010
Verslag gelezen: 129
Totaal aantal bezoekers 39546

Voorgaande reizen:

05 Oktober 2015 - 18 Oktober 2015

Portugal 2015

04 Augustus 2014 - 29 Augustus 2014

Indonesië 2014

01 Augustus 2013 - 30 Augustus 2013

Canada 2013

31 Juli 2012 - 11 Augustus 2012

Logeren bij de Schotten

24 Juni 2012 - 01 Juli 2012

Ierland rondreis

09 Juli 2010 - 07 Augustus 2010

Oostkust Australië

Landen bezocht: